Plantaardig pionieren
Het verhaal van twee boeren met een missie: het realiseren van de eerste plantaardige cappuccino op basis van soja van Nederlandse bodem.
We weten inmiddels dat de massamedia discrimineert. Negatief nieuws verkoopt gewoon beter. En volgens het nieuws is de het einde van de wereld nabij. Dat is jammer, om dat er voldoende reden is voor voorzichtig optimisme. Dus zal ik als een (zeer klein) tegengeluid schrijven over innovaties en veelbelovende initiatieven die ons kunnen helpen onze weg terug te vinden naar een duurzaam voedselsysteem. En ik wil graag beginnen bij het allereerste begin, want daar kan werkelijke verandering ontstaan.
Jong geleerd, oud gedaan
Meer dan 50% van de mensen woont in stedelijk gebied. Mensen die in steden wonen, zijn in zekere mate afgesneden van de natuur. Het dichtstbijzijnde park of bos is simpelweg te ver weg als mogelijkheid voor recreatie. En deze disconnectie maakt het erg moeilijk om de natuur te begrijpen of er zorg voor te hebben.
Jantje Beton, een Nederlandse liefdadigheidsorganisatie die zich inzet voor de verbetering van de kwaliteit van speeltuinen, bevestigt dat het aantal kinderen dat buiten speelt is gedaald van 20% in 2013 naar 14% in 2018. Met andere woorden, de eerste kennismaking van kinderen met de natuur vindt plaats achter een beeldscherm. Ze groeien op als toeschouwer in plaats van op te gaan in iets waar ze zelf ook deel van uitmaken.
Het is niet vreemd dat juist sir David Attenborough dit precies op de juiste manier kon verwoorden. “Ik heb nog nooit een kind ontmoet dat niet geïnteresseerd is in de natuur. Ze zijn gefascineerd door de natuurlijke wereld. Ze snappen die. Dus de werkelijke vraag is niet hoe krijgen we belangstelling voor de natuur maar hoe verliest iemand zijn belangstelling voor de natuur?“ Dit is een klein stukje uit het
must-see interview dat je gezien moet hebben van Barack Obama met sir David Attenborough.
Onwetendheid aanpakken
In hetzelfde interview vertelt Obama over hoe de Amerikaanse overheid manieren probeert te vinden om meer kinderen en jongeren zover te krijgen dat ze de nationale parken bezoeken. Omdat het stimuleren van de jeugd om in interactie te zijn met de rijkdom van de natuur in hun omgeving een geweldige manier is om onbekendheid aan te pakken en betrokkenheid te vergroten.
Een prachtig en bewezen concept waarmee de jeugd betrokken kan worden bij hun erfgoed is de cultuurbonus. De Italiaanse overheid geeft achttienjarigen een cultuurbonus van € 500 die ze kunnen besteden aan theater, concerten, musea, bezoek aan archeologische vindplaatsen of om boeken te kopen. Elk jaar profiteren 575.000 jongeren van deze cultuurbonus en het kost de overheid slechts € 290 miljoen. Dat is een schijntje, als je mee laat wegen dat de meeste culturele attracties eigendom zijn van diezelfde overheid.
De toekomst steen voor steen opbouwen
LEGO is een bedrijf dat dit snapt. Zij geloven dat spelen essentieel is, omdat kinderen al spelend leren. En LEGO wil dat kinderen, de bouwers van de toekomst, een gezonde planeet erven. Gelukkig zijn dit niet alleen maar loze beloften van een miljardenbedrijf. De LEGO-groep neemt zijn leiderschap op milieugebied zeer serieus. Het bedrijf zet zich in voor het gebruik van duurzame materialen in alle kernproducten en verpakkingen per 2030.
In 2018 introduceerde LEGO duurzame elementen gemaakt van suikerriet. Technisch zijn deze elementen gelijk aan de LEGO waar we vroeger mee speelden. Deze eerste op planten gebaseerde plastic LEGO-elementen zijn botanisch, bijvoorbeeld bladeren, bosjes en bomen. Dus op een bijna symbolische manier helpt spelen met op planten gebaseerd LEGO bij het in hart en hoofd van het kind verankeren van de affiniteit voor de natuur.
Een geweldig initiatief dat dit zelfs nog een stap verder brengt is de Green School. Zoals de naam al zegt, is de Green School groen. De school is gevestigd in het tropisch hart van Bali. En het gehele complex is gemaakt van natuurlijke lokale materialen. In de school zelf is 7 km bamboe verwerkt.
Op deze kleuterschool en basisschool wordt holisme in de praktijk gebracht, in de hoop dat elke leerling de school zal verlaten als compleet persoon die een complete wereld zal eisen om in te leven. De school werkt een beetje als een groot gezin. Leerlingen en leraren leren in feite van elkaar en de natuur. Samen kweken en koken ze biologisch voedsel en ze proberen duurzame oplossingen te vinden voor de behoeften van alledag.
Leiders van over de hele wereld hebben dit progressieve schoolsysteem bezocht. En het heeft navolging, want we zien dat soortgelijke initiatieven worden ontwikkeld in Europa en Oceanië.
Zolang we ‘veranderaars’ in de armen sluiten, die geloven dat zij de wereld beter kunnen maken door de invloed die zij hebben en we mensen prijzen die geloven dat wij één zijn met de natuur en er daarom weer mee in contact moeten komen, dan zal het goed gaan met onszelf en met de wereld.