Plantaardig pionieren
Het verhaal van twee boeren met een missie: het realiseren van de eerste plantaardige cappuccino op basis van soja van Nederlandse bodem.
Voedsel is gewoon gecompliceerd, er is geen reden om dat niet toe te geven. Er zijn geen vanzelfsprekende of 100% goede keuzes. Maar vreemd genoeg is er toch nog steeds veel oordeel, verwijt en vooroordeel in gesprekken over voedsel.
Dit kunnen vaak verhitte, maar onconstructieve discussies worden of zelfs totale “voedselgevechten”. Mensen die elkaar uitschelden, iedereen die iedereen de schuld geeft omdat ze het bij het verkeerde eind hebben, oneerlijk zijn of onverantwoordelijk.
Maar dit is heel erg contraproductief. Gelijk willen hebben betekent achteruitgang, het leidt ertoe dat wij minder snel een manier vinden om het gebrek aan duurzaamheid op te lossen en goed te eten. De vraag is: hoe kunnen we op een manier over voedsel praten die werkelijk constructief is?
Ik ga je voorbereiden op deelname aan het voedseldebat. En ik ga mijn geheime wapen met je delen, zodat je je kunt weren in de voedselarena.
Als je begint na te denken over goed voedsel, zul je je realiseren dat dat geen recht toe recht aan kwestie is. Wat op de ene manier goed is, kan op een andere manier slecht zijn. Quinoa kan gezond zijn, maar de productie ervan kan uitbuiting inhouden. Amandelmelk kan diervriendelijk, maar waterintensief zijn. Biologisch fruit kan duurzaam worden gekweekt, maar kostbaar zijn.
Het is moeilijk zo niet onmogelijk om voedselkeuzes te maken die helemaal goed en te verantwoorden zijn. Daarom vind ik het persoonlijk erg moeilijk om over voedsel te praten. Zelfs met mezelf. Als ik langs de supermarktschappen loop, gaat het gesprek in mijn hoofd ongeveer zo:
Deze bananen zien er verdacht recht uit, zelfs onnatuurlijk! Zijn genetisch gemodificeerde producten slecht voor je gezondheid? En hoe zit het met deze scharreleieren: kan ik er zeker van zijn dat de kuikens niet op een onaanvaardbare manier hebben geleden? Kijk eens, biologische groenten! Wow, die zijn duur… En wie zegt dat de boerderijmedewerkers die ze oogsten op een eerlijke manier zijn behandeld? Ik heb er genoeg van, ik neem een magnetronmaaltijd. Wacht eens, hoe zit het met de E-nummers?
Van deze manier van denken word ik gek. Omdat meer dan 8 miljoen mensen in de wereld honger hebben, dat is ten minste 1 op de 10, overweeg ik om maar helemaal niet te eten. Zeker, ik geef toe dat ik als filosoof een onredelijk deel van mijn tijd besteed aan me dingen afvragen en vragen stellen, maar je hebt jezelf toch tenminste wel eens een soortgelijke vraag gesteld?
Wat je ook kiest om al dan niet te eten, kritiek krijg je altijd. Herinner je je Yovana Nebdoza en het “Fishgateschandaal” nog? De influencer die een rauw vegan dieet voorstelde aan haar meer dan 3 miljoen volgers, werd in het openbaar geshamed voor het eten van vis. En Yotam Ottolenghi, de chef ‘die groente sexy maakte’, kreeg ook negatieve aandacht voor het eten van vlees.
Als het op voedsel aankomt worden we op de een of andere manier gedwongen om een etiket te kiezen en ons daarmee te identificeren. Ben je vegetariër, vruchtariër, ben je carnivoor, ben je veganist, een flexibele vegetariër, een foodie? Om een goed iemand te zijn, lijkt het noodzakelijk dat je hardcore bent en militante standpunten hebt over voedsel. Kies je wapen en vecht!
Maar deze polarisatie brengt ons nergens, aldus Ottollenghi. “Het voelt zo verkeerd, al deze definities. Ik zie het punt niet, tenzij je een club wilt creëren die mensen uitsluit. Ik denk dat ik meer mensen kan overhalen om groente te eten. Ik ben geschikter voor het doel” (New York Times 2011).
Het ondersteunen van het doel, een gezonde en duurzame manier van leven, moet belangrijker zijn dan hoe we onszelf noemen. Er zijn geen definities van een maat die iedereen past of een maat die altijd past. Niet van goed voedsel, niet van goede keuzes, goede mensen, goede levens. Wat nu goed is, is niet altijd goed en wat goed voor jou is, kan voor een ander juist niet goed zijn.
De veranderende aard van goed voedsel dwingt ons ertoe om veelzijdig, nieuwsgierig en creatief te zijn, om te experimenteren en te spelen. Denk na over wat je eet en denk buiten de box. Kom erachter wat een geschikte en verantwoorde manier van eten voor je is in deze specifieke fase van je leven. Een persoonlijke, doordachte en eerlijke versie van het juiste dieet is de enige weg vooruit.
Laat je dus geen etiket opplakken. Blijf openstaan voor feedback en voor contact met anderen om communities op te bouwen. Leer van elkaar, inspireer elkaar en motiveer elkaar. Wees niet bang om anderen te vragen waarom zij bepaalde keuzes maken en wees bereid om je eigen keuzes te bespreken en uit te leggen.
En gebruik in gesprekken over voedsel, of het nu beleefde gesprekken onder het genot van een kopje thee zijn of ordinaire voedselgevechten, altijd hetzelfde wapen: aardigheid. Sla ze ermee dood. Zoals agent Brant zei in Blitz: “als je in de verkeerde ruzie terechtkomt, kies dan in elk geval het juiste wapen”. Met aardigheid als je wapen kun je onconstructief schelden omzetten in de constructieve opbouw van een oplossing. Met aardigheid kun je beginnen met bruggen bouwen in het gepolariseerde voedseldebat.
Dus, wees aardig. Wees aardig voor jezelf, voor anderen, voor de planeet. Dat wordt gemakkelijker als je streeft naar vooruitgang, niet naar perfectie. Als je stopt met je te verbergen achter namen en definities en voor jezelf begint te denken.
Vergeet het niet. Het zal je helpen als je de volgende keer een gesprek hebt over voedsel. Als je terechtkomt in de arena, hardgekookte eieren en slierten spaghetti moet ontwijken en de onweerstaanbare wens krijgt om ketchup in het gezicht van je tegenstander te smeren. Als je net als ik lijdt aan aanvallen van supermarkthysterie. Aardig zijn en bereid zijn om te leren is belangrijker dan vegan zijn of gelijk hebben. Vergeet dat niet.